Doelgroep: groep 3
Vakgebied: Beeldende vormingLesduur: 2 lessen, 1 x 1 uur en 45 min. (kleuren mengen en maskers maken), 1 x 1 uur (afronding).
Onderwerp: Kleuren mengen en vogelmaskers maken
Beeldaspect: Kleur en vorm
De opdracht:De kinderen leren eerst primaire kleuren (rood, geel, blauw) te mengen om secundaire kleuren (oranje, groen, paars) te krijgen. Hiervoor gebruiken zij plakkaatverf. Daarna gaan zij aan de slag met het maken van een eigen vogelmasker.
Beeldend probleem:
In de film zijn verschillende soorten vogels te zien met hun eigen karakters. Ieder kind maakt een masker van een zelf bedachte vogel die zij graag willen zijn tijdens het carnaval in RIO. Dit kunnen bijvoorbeeld lieve, stoere, blije, boze, gemene vogels zijn of een ander type vogel die zij zelf hebben bedacht. Zij maken een keuze uit drie soorten materialen: een eierdoos, een papieren bordje of een vel karton met een voorbeeld oogmasker. Daarnaast maken zij een keuze uit één primaire of secundaire kleur die goed past bij het karakter van de vogel die zij willen zijn. Door het kiezen van een vorm voor de ogen en snavel en het aanbrengen van verschillende decoraties kunnen zij nog meer karakter aan hun vogel geven.
Technisch probleem:
Het masker moet passen op hun eigen gezicht. Er moeten gaten in komen om er doorheen te kunnen kijken en de vogel moet een snavel krijgen. De juf bevestigt op het laatst de elastiekjes of één elastieken band aan de achterkant, zodat het masker goed vast blijft zitten op hun hoofd.
Doelen:
- De kinderen leren wat de primaire kleuren zijn (rood, geel, blauw) en hoe ze hiervan secundaire kleuren (groen, oranje, paars) kunnen maken door te mengen.
- De kinderen leren associaties te maken bij de verschillende kleuren.
- De kinderen leren kleur en vorm te gebruiken om het vogelmasker een eigen karakter te geven.
Benodigd materiaal:
- Stevig karton met voorbeeldsjabloon oogmasker
- Papieren bordjes
- Eierdozen (voor zowel de maskers als om de verf in te doen)
- Plakkaatverf primaire kleuren
- Kwasten
- Scharen
- Lijm
- (Vouw)karton
- Elastiekjes en een rol (kleding)elastiek
- Verschillende decoratiematerialen zoals veren en glitters
Introductie (30 min.)
De kinderen krijgen 1 filmfragment uit de film RIO te zien. Ik vraag hen op te schrijven welke kleuren vogels zij zien.
Filmfragment 1: Rio openingsscene
Alle kleuren die de kinderen hebben opgeschreven worden genoteerd op het bord. Dan volgt een gesprek over de verschillende kleuren. Welke vogel had deze kleur? Waar denk je aan bij de kleur….? Welk gevoel krijg je bij die kleur? etc. Hieruit ontstaat uiteindelijk een woordweb.
De leerkracht vertelt dat we straks onze eigen vogelmaskers gaan maken.
Zelf kleuren mengen
De kinderen krijgen ieder een vel wit papier, een kwast en per groepje een grote eierdoos gevuld met plakkaatverf in de primaire kleuren blauw, geel en rood.
De leerkracht vertelt dat dit de enige kleuren verf waren die ze kon vinden in de school. We kunnen hiermee alleen rode, blauwe en gele vogels maken, terwijl we veel meer kleuren hebben gezien in Rio. Daarom gaan we deze kleuren mengen om nog meer kleuren te krijgen. We beginnen met het mengen van de kleuren geel en blauw (= groen). Dit doen we op het witte vel papier. Welke kleur ontstaat er? En bij het mengen van geel en rood (= oranje) en bij blauw en rood (= paars).
Daarna is op het bord de kleurencirkel te zien, om de kinderen te helpen onthouden welke kleuren zij moeten mengen om een andere kleur te krijgen.
Kern (60 min.):
Nadat de kinderen in de introductie geleerd hebben over de verschillende kleuren en over hoe deze te maken, gaan we nu aan de slag met de opdracht. De kinderen gaan zelf vogelmaskers maken voor een eigen carnavalsoptocht. In de film zijn verschillende soorten vogels te zien: lieve vogels, stoere vogels, blije vogels, boze vogels, gemene vogels, etc. Het volgende filmfragment illustreert dit nog eens.
Filmfragment 2 lied Nigel:
Zij maken een masker van de vogel die zij graag willen zijn.
Hiervoor mogen de kinderen zelf een keuze maken uit het te gebruiken materiaal:
- Stevig karton met voorbeeldsjabloon oogmasker
- Papieren bordjes
- Eierdozen
(Deze keuze is bewust gemaakt om differentiatie aan te brengen. Het ene kind is al heel creatief en kan van een papieren bord of eierdoos een masker maken. Andere kinderen kunnen dit nog niet en hebben meer houvast nodig. Voor hen is het voorbeeldsjabloon bedoeld.)
Voordat ze beginnen moeten de kinderen nog op de volgende punten gewezen worden:
- Er moeten gaten in het masker komen om doorheen te kunnen kijken.
- Het masker moet een snavel krijgen.
- Door de vorm van de ogen, de snavel, de kleur en de versiering te kiezen kunnen zij aangeven wat voor vogel het gaat worden.
Afsluiting (15 min):
De leerkracht geeft aan dat we gaan stoppen en een volgende les verder gaan om de maskers af te maken. De kinderen ruimen alle spullen op. De maskers worden op een plek gelegd waar er niets mee kan gebeuren. De materialen worden schoongemaakt en opgeruimd. Klassikaal wordt kort nabesproken hoe het werken ging. Wat ging goed? Wat was lastig?
Vervolgles
Tijdens de afrondingsles worden de maskers afgemaakt en tentoongesteld in de klas. De leerkracht vertelt dat we de maskers in een andere les echt zullen gaan gebruiken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.